Vanaf begin deze eeuw wordt bij het inspuiten van spataders routinematig gebruik gemaakt van ‘schuim’ (de zogenaamde foam-sclerocompressietherapie). De resultaten blijken duidelijk superieur met deze techniek en in vele gevallen kan het als een alternatief voor een operatief ingrijpen worden gebruikt, zeker voor patienten die geen operatie kunnen of willen ondergaan. Het geniet ook de voorkeur bij de behan deling van recidieven na operaties en in de aanpak van aangeboren afwijkingen de zgn veneuze malformaties of tumoren.

 

De vloeistof die we in de spataders spuiten wordt bij deze techniek opgeschuimd. Hierdoor is de vloeistof dikker en werkt het effectiever in op de vaatwand. Doordat het schuim zich beter kan verspreiden over een groter oppervlak blijft het langer plakken aan de vaatwand en werkt het langer door in de zieke aders.

 

De schuim-sclerocompressietherapie is een effectieve behandeling tegen middelgrote tot grote spataders. De behandeling is nagenoeg pijnloos en wordt daarom zonder verdoving uitgevoerd.